09 January 2009

First international poroaita expedition

Het uur U brak aan! Om tien uur ’s ochtends zou Sanja bij me voor de deur staan. Het werd tien voor tien. We hadden ruim de tijd nodig, want die 140 of 160 km naar Kilpis (afhankelijk van welke borden je gelooft) kunnen vrij lang duren, zeker met onervaren chauffeurs en slecht weer. En Eeva, de derde reisgenoot, zou uit Finland komen, dus we moesten eerst langs haar huis om al haar zooi in te laden. Dat ging nog best rap, zeker als je bedenkt dat Sanja op instructie van een door Eeva achtergelaten briefje nog wat bevroren rendiervlees uit de vriezer trok, en toen zeker een kwartier nodig had om de vriezer ook weer dicht te krijgen.
We sjouwden alles naar beneden, deden alle ski’s in een skitas die op het imperiaal ging, en bonden met zekere moeite ook de slees op het dak. Die pasten met wat fantasie wel in het kajakstatief. En de rest kon in de auto zelf. En we gingen! Ik was een beetje zenuwachtig; Sanja rijdt niet zo vaak, en ze had maar twee uur slaap gehad... imperfecte condities. Maar ze reed alsof ze doornroosje was.

Dit was wat we voor ogen hadden!

Het weer was was ontmoedigend; tot in Finland hadden we regen! Dat is niet goed voor een skitrip. Maar eenmaal in Kilpis, waar we op tijd aankwamen, was alles toch keurig onder nul. Een paar minuten later was daar Eeva. Tijd om ons klaar te maken! We bleken toch drie slees te hebben, dus ik leegde mijn hele rugzak in de tas van Audun en keilde die in de mij toegewezen slee. Net zo makkelijk. Vellen onder de ski’s, hoofdlamp op, gaan! Het was natuurlijk al stikdonker, maar nou en. Er was nog wat strooilicht van het dorp en zo gingen we van start. En het beviel! Zo’n slee, die voel je bijna niet, en als je lange vellen onder je ski’s hebt heb je veel controle. Ging prima, dus. En de dames hadden duidelijke ideeën over waar we heen moesten.


Mooie wolkenlucht, foto genomen later tijdens de tocht

Vrij snel stak een stevige wind op. Gelukkig in de rug. En als je winddicht verpakt zit boeit het niet. Dus ik vermaakte me prima! Het sneeuwde, dus je zag bijna niks van de omgeving, maar ik was warm, droog, comfortabel en had nergens pijn. Prima dus.
Ergens bij een rendierhek besloten we te stoppen en de tent op te zetten. In sterke wind is dat wel handig; je zet eerst de kont van de tent aan het hek vast, en dan doe je de rest. Staat als een huis. Was een wat oncomfortabele boel als je buiten wat moest, zoals iets uit je slee halen, of naar de wc gaan, want de striemende wind was erg koud en zonder sneeuwbril kon je je ook niet succesvol over je tas heen buigen om te zien wat erin zat. En Sanja had wat ruzie met haar brander. Maar alles kwam goed.

Dit is het zicht dat je typisch hebt als je ’s ochtends begint

De volgende ochtend woei het nog net zo hard, en sneeuwde het ook nog steeds. Of alweer. Maar nog steeds wind in de rug, dus wat geeft het. Dus bij de eerste hints van donkerblauwe schemer aan de horizon gingen we op weg naar de eerste hut.

Dit was ongeveer het zicht dat we het eerste traject hadden

Onderweg kwamen we ook de eerste helling naar beneden tegen. Ik had het niet door, maar ik had allemaal sneeuw plakkend onder mijn vellen, en daardoor heelergveel wrijving. De slee had daar geen last van. Vervelend, dat. Een uitbundig gekrakeel achter mij verried dat Sanja daar iets op gevonden had; die kwam gierend langs, zittend op haar slee. En vanaf daar ging de route voornamelijk over meren.

De dames in vol ornaat. Eigenlijk een foto van de op één na laatste dag.

Het was nog vroeg toen we bij de hut aankwamen. Te vroeg voor lunch. Nog. Dus we besloten door te stekkeren naar de hut daarna. Dat was over een wat steilere helling, en daar begon je de last van de slee toch te voelen. Het landschap bood weinig afleiding; dat kon je nauwelijks zien. Wat ook het navigeren moeilijk maakte; op de kaart leek het zo simpel: volg de steile helling tot je tegen een steile helling daar haaks op aanloopt. Daar is de hut. Helaas, geen helling te zien, alleen maar grauwheid. Tegen de tijd dat we boven waren was ik flink moe, en was het ook al redelijk donker. Maar er gloorde hoop; de dames meenden de hut te ontwaren. Ik zag alleen een niet van een rots te onderscheiden zwarte vlek, maar ik geloofde het graag.

De berg die we bij beter zicht hadden kunnen gebruiken als oriëntatie

Sanja keek es naar de helling naar beneden af en zei: het is beter op je slee te zitten dan een been te breken. En dat leken me wijze woorden. Dus ik gespte het harnas los en ging zitten. Helaas was de helling steiler dan ik had zien aankomen, en ging het geheel al rap angstwekkend snel. Ik probeerde uit alle macht te remmen met mijn ski’s, maar er was geen houden aan. In de tijd die ik nodig had om te overwegen me dan maar van die slee af te gooien had ik al heel wat obstakels gepasseerd. Er kwam nog één grote steen, en daarna werd de helling alweer flauwer, en had ik wel hoop te kunnen stoppen. Dus ik nam de gok. In mijn enthousiasme, helaas, om te remmen en te sturen raakte ik mijn linkerski kwijt. Ik wist niet dat dat kon met telemarkbinding! Blijkbaar wel. Maar vergeet dan het sturen maar. En met een flinke “klababber” klapte ik recht op de rots. Ik voelde dat ik ongelukkigerwijs de impact nam met mijn gezicht, maar het viel ondanks dat toch mee. Ietwat beduusd krabbelde ik overeind. De slee was ook nog heel. Ik rommelde de hele configuratie weer in elkaar, en met mijn laatste krachten sjouwde ik achter de Finnen aan, die hadden geconstateerd dat de zwarte blob inderdaad de hut was. Het was inmiddels een rare bedoening; het zicht was zo slecht dat ik eerst al tegen een ingesneeuwd blok steen van zeker een meter hoog aanliep, omdat je in al dat wit geen perspectief ziet, en later verdween echt de hele wereld, behalve de twee figuurtjes van Sanja en Eeva. Gek dat je brein grote moeite heeft met “niets”, en krampachtig gaat proberen de leegte in te vullen.
Toen we aankwamen was ik stuk. Ik was moe, ik had te weinig gegeten, te weinig gedronken, en mijn hoofd wilde geen niets meer. Van die avond staat me niet heel veel meer bij, maar ik meen dat ik gewoon mijn bed ik dook, er voor het eten weer uitkwam, en daarna weer terugdook.

De hut bij “daglicht”, met de plee en nog een gebouwtje erachter

De dag erna was oudjaar. Omdat ik een volkomen lijk was besloten we nog een dag te blijven. En geheel bij toeval besloten de andere gasten (een Fins stel en vier Finse vrienden) dat ook. Het werd voor iedereen een luie dag! Ik lag bijna alleen maar in mijn nest, maar de rest was in het algemeen ook wel tevreden met wat lezen en wat onderhoudswerkzaamheden en misschien een paar uurtjes skiën rond het middaguur. En ik leefde nog in Noorse tijd, maar tussen de Finnen in Finland gold natuurlijk Finse tijd (hoera! Een uur vroeger!), maar ook middernacht in Finse tijd was te laat voor alle hikers. Middernacht Russische tijd gingen we allemaal naar buiten, staken sterretjes aan, dronken een slokje rum en wensten elkaar een gelukkig nieuwjaar. En dan naar bed.

Eigenlijk een foto van de nacht erna maar een kniesoor die daarop let

Het was duidelijk dat ik me ziek had geski’d, maar de geharde Finnen hadden nergens last van, en het was duidelijk dat het geen goed idee was als die op me zouden gaan wachten. En ze voelden zich erg slecht over me alleen achterlaten, maar zagen op een gegeven moment wel in dat het toch beter was. Dus zij zouden verder trekken, ergens slapen, en dan de volgende dag weer naar de hut terugkeren, waarop we de daar daar weer op gezamelijk de terugtocht zouden aanvaarden.
’s Ochtends vertrok iedereen, en had ik het rijk alleen. Ik dook weer in bed voor een paar uur, en kwam er weer uit toen het licht was. Het was helder! Goede gelegenheid om een paar foto’s te maken, en een stukje (200m of zo) te skiën zonder vellen en zonder slee. Prachtig! Maar daarna was ik moe en moest ik weer naar bed.

Het spoor dat Sanja en Eeva achterlieten

Ik kwam er weer uit toen er mensen arriveerden. Een vriendelijk Fins echtpaar op sneeuwschoenen, en een tijdje later ook zes lawaaïerige Litouwers op ski’s. Gedaan met de rust! Op een gegeven moment zat ik mijn potje te eten en onderwijl “et dukkehjem” van Ibsen te lezen (toch nog Ibsen!), toen dat de aandacht trok van één van de Balten. Die bleek in Lund te hebben gewoond, Zweeds te spreken en dus Noors te kunnen begrijpen. Zo brak Ibsen het ijs, en werd ik aan tafel genodigd, waar ik cognac inbracht, en zij kruipbramenlikeur en warme havermout. Na de havermout wilde ik wel als de sodemieter naar bed, want ik was moe.

Uitzicht vanaf de veranda

De volgende dag waren ze alweer snel vertrokken, net als de Finnen, en had ik het rijk weer alleen. Ik deed even de nodige dingen als sneeuw halen, wassen, en afwassen, en dat was eigenlijk wel weer genoeg. Verder ging de tijd wel op aan slapen en Ibsen lezen. Ik snap waarom “een poppenhuis” zijn beroemdste werk is. Midden op de dag doken er nog zes lunchende Finnen op, en nog voor die weg waren stond Sanja ineens weer in de deuropening! We keutelden met ons allen de rest van de dag door, waarbij het me weer eens opviel wat een verschillende hikestijlen je toch hebt. Ik ben van de solide lunch (je wil je water bewaren voor drinken!) en de lichtgewicht avondmaaltijden, maar de andere dames waren meer van de andersom. Aardappelpureepoeder met gedroogde paddestoelen als lunch, en couscous met rendier ‘s avonds, en dan vossebessen met vanillesaus toe. En er was een klomp zelfgemaakte leverpastei mee! Ik kan nog een hoop leren. Overigens gingen we ondanks die bacchanalen op tijd naar bed, voor de grote tocht terug, de volgende dag.

Eeva had een rugmassage nodig

Het was min of meer helder, en het sneeuwde meestal maar matig of niet, en zo kreeg ik toch nog de omgeving te zien! Machtig mooi. We aten lunch in de hut die we op de heenweg ook hadden aangedaan. En dan weer verder.

De hut van onze laatste lunch

Ik werd wel snel moe; was nog duidelijk niet helemaal in orde. We besloten wederom voor de nacht te stoppen bij een rendierhek, ofwel een poroaita, waardoor Sanja met de kreet kwam die nu de titel van dit stukje is. Ik werd toen de tent stond door de dames meteen in bed gebonjourd, waar ik ook echt sliep terwijl zij kookten. Na het eten nog even plaspauze en dan écht naar bed. Om half zes. De wekker stond om zes uur.

De poroaita van onze keuze

De volgende ochtend bleek het in de voortent flink gesneeuwd te hebben

Ik had de wekker zowaar nodig. Ietwat traag werden we wakker, in de flinke kou. En braken de boel weer op. Matkalla Kilpisjärvelle! Het weer was goed, het terrein ook, dit ging allemaal prima, met als enige imperfectie een stuk over een sneeuwscooterspoor. De dames wisten uit ervaring te vertellen dat je die dingen, in tegenstelling tot wat je zou verwachten, níet per se op tijd aan hoort komen. En er zitten nogal eens onbekwame beunhazen op...

Als een eenzame ontdekkingsreiziger naar de lege horizon

Over het sneeuwscooterspoor de laatste honderden meters

Ruim voor de bus die Sanja moest halen kwamen we aan. We hadden even wat tijd nodig de dichtgevroren deuren van de Subaru weer open te krijgen, en het dikke pak sneeuw eraf te vegen, en alle zut er weer in en op te stouwen. Ondanks dat het zondag was was de winkel open, en ik greep de kans aan goedkoop bier te halen. En wat noodvoorraad. En er bleek ook een kroeg open te zijn, waar ze warme chocomel verkochten. En toen was het tijd om in de bus dan wel de auto te stappen en de terugtocht te aanvaarden.

Het blik weer helemaal opgetuigd

Het weer was nog steeds mooi, dus nou heb ik eindelijk het landschap in winterse staat kunnen aanschouwen! In Tromsø reden we naar Eeva’s huis, loosden daar alle spullen van haarzelf en van Sanja, en reden daarna naar mij. Eeva hielp nog uitladen, en ging toen te voet weer naar huis. En ik was weer alleen. Tocht ten einde! Het was heel iets anders geworden dan ik head gedacht, maar toch heel mooi. En gezellig. Van Sanja wist ik dat natuurlijk al, maar Eeva kende ik nog niet zo goed, en die is ook top. Toch geslaagd! Maar nu was ik goed stuk.

Nog wat foto’s:

De plee stond wel heel mooi onderaan die ongenaakbare berg

Op een relatief mooie dag kan het zicht door al dat wit toch wat onbestemd blijven

Eeva heeft even wat te stellen met haar skibinding

2 comments:

Anonymous said...

Stoer!

En Finnen op sneeuwschoenen...sjee...

GrzM

Margot said...

Stoer! Maar dan niet als je de 2e dag ziek wordt...